Fiat Lux
Er was eens een klein Belgisch bedrijf dat kleurpotloden maakte. De
kwaliteit van deze kleurpotloden was niet bijzonder goed, en ze wilden
ook nog al eens breken, maar de consument was toch erg tevreden. De
kinderen bleven er zoet mee en als papa of mama ook eens wat wilden
tekenen was het resultaat al heel gauw acceptabel, zeker wanneer de
beschouwer enigzins kleurenblind was of een voorliefde had voor de
stijl van Amerikaanse bordelen. Er was echter een probleem met deze
kleuren: je had er wel een aparte lamp voor nodig, anders bleven ze
flets en vaal. Gelukkig leverde P'tit-Doux, want zo heette dat
bedrijfje, ook de geschikte lampen zodat niets het ongebreidelde
kleurenfeest meer in de weg stond. Het enige probleem was misschien
dat je kleurpotloden en je lampen wel uit hetzelfde jaar moesten zijn,
want anders konden er opeens kleuren wegvallen - maar ja. Als je er
zelf maar voor zorgde dat je steeds de laatste kleurdoos en de laatste
gloeilamp bezat kon je zelf in ieder geval je kunstwerkjes
blijven bewonderen, en als je buurman mee wilde genieten moest hij
er maar voor zorgen dat hij ook altijd de laatste versies had.
Na enkele jaren waren de meeste Belgen zelfs zo gewend aan de
kleurpotloden van P'tit-Doux dat ze deze ook op hun werk wilden
gebruiken. Gelukkig waren de bijbehorende lampen niet al te duur,
zodat aan hun verzoek gehoor werd gegeven. Bijna alle bedrijven
schaften zich dus de P'tit-Doux bureaulampen aan en schroefden
P'tit-Doux TL-buizen in het plafond. Dat nu alle rapporten en brieven
die niet met de P'tit-Doux kleurpotloden waren geschreven onleesbaar
werden, was geen probleem - iedereen gebruikte toch
P'tit-Doux? En anders moesten de nakomers er maar voor zorgen dat ze
zich ook de lampen en kleurdozen van P'tit-Doux
aanschaften. Vooruitgang was vooruitgang, en je kwam toch ook niet op
de fiets naar kantoor als je een auto kon betalen?
Toch deden zich af en toe kleine problemen voor. De nieuwe
lichtarmaturen bleken een voedingsbodem voor virussen en het was niet
ongebruikelijk dat hele afdelingen tegelijk in bed lagen te
snotteren. Een nog vervelender eigenschap van het alom gebruikte
P'tit-Doux licht was, dat wanneer je door een gewoon rood
snoep-papiertje keek, bepaalde dunne zomerstoffen voor het oog
onzichtbaar werden. De dikke truien van de secretaresses waren dus
bepaald niet alleen om het virusgevaar te weren, maar ook om de eigen
privacy te behoeden tegen de 'crackers', zoals deze schelmen werden
genoemd, naar het knisperende geluid dat deze papiertjes maakten.
Maar ook deze wat onplezierige situatie had niet alleen nadelen. Omdat
ook de Belgische PTT uitsluitend nog met P'tit-Doux licht werkte (hoe
konden de sorteerders anders de met P'tit-Doux potloden geschreven
adressen ontcijferen) kon de Belgische Rijkswacht, met volle
medewerking van de gezagsgetrouwe directeur van P'tit-Doux, alle brieven
dwars door de enveloppes heen lezen. Het behoeft geen betoog dat deze
optie de veiligheid van de Belgische samenleving zeer ten goede
kwam. Zo slaagde de gendarmerie erin om bandieten die gratis
viltstiften uitdeelden, wegens "On-Belgische activiteiten" in de kraag
te pakken en op te bergen.
Op deze manier verspreidden zich de zegeningen van het P'tit-Doux
licht en de bijbehorende P'tit-Doux kleuren zich over het hele
land. De schoolkinderen waren verplicht met P'tit-Doux materiaal te
werken - de lampen aan het plafond waren immers van P'tit-Doux? Om
dezelfde reden kon men alleen nog maar lesmateriaal gebruiken dat door
P'tit-Doux was goedgekeurd, encyclopaedie"en en geschiedenisboeken van
andere uitgevers konden niet meer worden gelezen. De Belgische kranten
en tijdschriften gingen de een na de ander over in de handen van
P'tit-Doux; het had geen zin om met ander materiaal uit te komen als
toch iedereen thuis en op z'n werk alleen maar P'tit-Doux licht
gebruikte. Belastingformulieren, bankzaken en bekeuringen, allemaal op
P'tit-Doux papier en met P'tit-Doux kleuren, en ten lange leste ging
P'tit-Doux zelfs de stemhokjes en stemformulieren leveren voor de
nationale verkiezingen, met speciaal opgeleid personeel om onder de
P'tit-Doux lampen de stemmen te kunnen tellen.
Terwijl ik dit schrijf worden even over de grens de eerste palen in de
grond geheid voor een reusachtige onderneming. Zoals in de zeventiger
jaren het Belgische snelwegennet het eerste was dat helemaal verlicht
werd, zo zal Belgie nu het eerste land zijn dat in z'n geheel
overkoepeld wordt. Het ouderwetse zonlicht met alle bijbehorende
problemen wordt definitief buitengesloten en heel Belgie zal zich
voortaan kunnen koesteren in de stralen van P'tit-Doux.
En op de verkoop van snoep in rode papiertjes komt de doodstraf.
Paai